De macht van de bankiers - Deel 2) Woeker en rente
"Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en
de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de
andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon." (Lucas 16:13)
Net als bij het jodendom en de islam, was In
het vroege christendom het heffen van rente onderling verboden. Het wordt op
verschillende plaatsen in de bijbel beschreven als een ernstige vorm van
uitbuiting. In het Bijbelboek Leviticus staat: "Toon
ontzag voor je God en laat je volksgenoten niet verkommeren. Wanneer je
een volksgenoot een lening verstrekt, mag je hem vooraf geen rente en
achteraf geen toeslag vragen. Je
mag van hem geen rente vragen als je hem geld leent, en geen winst
maken als je hem voedsel geeft."
De vroegste leningen gevonden op kleitabletten, waarbij sprake is van rente, dateren rond 2000 voor onze jaartelling en zijn afkomstig van een Babylonische tempel. Babylon of Babel was de belangrijkste stad van Mesopotamië, een rijk wat
lag waar nu ongeveer Irak ligt. Later
werd deze praktijk overgenomen door private partijen. Een kleitablet uit
ongeveer 1000 voor onze jaartelling, spreekt over het huis Egibi van
Babylon. Uit geschriften in de oudheid is tevens af te leiden dat Babylon een twijfelachtige reputatie genoot. Ook andere vaak religieuze bronnen vermelden de praktijk van het heffen van rente. Deze praktijk werd in het algemeen in meer of mindere mate gezien als een vorm van uitbuiting. Behalve de eerder genoemde godsdiensten, zijn ook boeddhistische teksten kritisch met betrekking tot het heffen van excessieve rente. Er zijn boeddhistische stromingen waar het heffen van rente bij armen verboden is. Het hindoeïsme vormt hierop een uitzondering. In de Vedas wordt het heffen van forse rente genoemd, maar desalniettemin zijn er ook binnen het hindoeïsme kritische teksten met betrekking tot het heffen van excessieve rente.
In oudere vertalingen van de bijbel
wordt niet over rente, maar woeker gesproken. De
betekenis van woeker is volgens de Van Dale: "Geld uitlenen tegen een
veel te hoge rente aan mensen in geldnood." Dit doet geen recht aan
woeker in de Bijbelse betekenis, vandaar dat de nieuwe Bijbelvertaling
over rente spreekt. Maar woeker in de oorspronkelijke zin van het woord
doet de Bijbelse context wel recht. Het woord is afgeleid van het
Oudfriese woord wōker, of het Oudengelse woord wocor, wat vrucht,
nakomeling of aanwas betekent. Ook geeft woeker in de oorspronkelijke
betekenis veel beter weer, wat we nu als rente duiden.
Het woord rente
komt uit het Frans, wat 'periodieke heffing' betekent, wat weer afgeleid is van het het Latijnse woord rendere wat teruggeven betekent. De oorspronkelijke Latijnse betekenis lijkt welhaast het tegenovergestelde van wat wij nu onder rente verstaan.
Volgens de Van Dale betekent rente: "vergoeding voor het gebruik van geleend geld die bestaat uit een percentage van dat geleende geld." Deze vergoeding is eigenlijk aanwas bovenop het geleende geld. In 'Het slijk der aarde'
omschrijf ik
woeker als volgt: "Zij leenden twee schelpen, maar eisten er drie voor
terug om hiermee
zonder ervoor te werken zichzelf te verrijken. Hierdoor werd ook de
waarde van uw harde werken verminderd, immers de extra schelp
vertegenwoordigt niet arbeid, maar woeker. "
Woeker of rente kan snel leiden tot
geldcreatie, iets waar onder andere de Romeinen zeer beducht voor waren. Om dit te voorkomen stonden bankiers onder zeer strenge controle. Archeologische vondsten tonen aan dat Romeinse munten door de jaren
heen in gewicht afnamen. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de vele
oorlogen waar het Romeinse rijk mee te maken had. Om dit te bekostigen
moest er voortdurend extra geld in de omloop gebracht worden. Als er
sprake is van geldcreatie, neemt de hoeveelheid geld toe en worden de
prijzen hoger, inflatie dus. Omdat de lonen en verdiensten gewoonlijk
evenredig mee stijgen, heeft dit voor de burgers doorgaans weinig
negatieve consequenties, eerder het tegenovergestelde. Dit is niet het
geval met hyperinflatie, waarbij de hoeveelheid geld in de omloop zo
groot is, dat het bijna geen waarde meer vertegenwoordigd. De problemen
voor de burgers ontstaan ook als er sprake is van deflatie. Deflatie
ontstaat als mensen het vertrouwen in de economie verliezen en geld gaan
sparen. Hierdoor komt er minder geld in de omloop en zullen ook de
lonen en verdiensten dalen. De opgebouwde schuld blijft echter gelijk en
de aflossing wordt relatief duurder omdat het inkomen gedaald is. Ook
kan deflatie bewust gecreëerd worden door de rente te verhogen, zodat er
minder geleend kan worden en er hierdoor minder geld in de omloop komt.
Omdat mensen tijdens inflatie meer gaan lenen, dezelfde lening door
deflatie en de daardoor dalende prijzen meer waard wordt, hadden
bankiers al snel door dat met het spel van inflatie en deflatie te
verdienen valt.
Dat het heffen van rente
voor christenen onderling in de vroege middeleeuwen verboden was, betekende niet
dat dit volgens seculiere wetgeving overal verboden was.
Minderheidsgroepen maakten hier dankbaar gebruik van. Joden en moslims mochten in hun eigen gemeenschap onderling geen rente
heffen, maar dit verbod gold voor hen niet voor de in Europa overwegend christelijke
bevolking. Het gedrag van een hebzuchtige enkeling leverde echter de minderheidsgroeperingen in hun geheel weinig
goeds op. Het gaf onder andere antisemitische gevoelens een voedingsbodem.
Waar het heffen van rente voor christenen onderling verboden was, gaf de kerk zich ten volle over aan de geldzucht, of zoals Jezus het zei "mammon". Het woord mammon komt oorspronkelijk van het Aramese woord māmōn, wat rijkdom en winst betekent. Met dit woord werd ook vaak de zucht of het streven naar rijkdom aangeduid. Vanaf de middeleeuwen ontstond het beeld van mammon als geldduivel, een beeld wat in bepaalde kringen nog steeds leeft, maar wat af kan leiden van de ware betekenis van het woord.
Volgens de kerkelijke leer in de middeleeuwen moest elke zondaar boeten voor zijn of haar
zonden, zodat de ziel gezuiverd werd en de morele eer hersteld werd.
Door het geloof in de verbondenheid met elkaar in Christus, kon een gelovige voor een andere gelovige met bemiddeling van de kerk een straf aflaten. Het woord aflaat, 'af' en 'laten', betekent in het oud Nederlands kwijtschelden. In de kerkelijke context kreeg het al snel de betekenis van het Latijnse woord indulgentia, wat het kwijtschelden van tijdelijke straffen door het doen van goede daden betekent. Deze praktijk had een grote therapeutische waarde. Door het biechtgeheim werd een spreken in vertrouwdheid mogelijk, wat wij nu ook kennen bij artsen en psychologen. De aflaat kan dan ook in dit licht bezien worden als een therapie om trauma's te verwerken en een nieuwe start te kunnen maken. De kerkelijke bemiddeling reikte zelfs tot over de dood tot aan het vagevuur, een tijdelijke verblijfsplaats tussen
hemel en hel. Deze intermenselijke en transcendente 'therapie' kon daardoor alle aspecten van het menselijk leven omvatten, zelfs tot voorbij de dood.
Juist in deze praktijk vonden creatieve en corrupte kerkleiders een lucratief verdienmodel door aflaat te koop aan te bieden. Met andere woorden aflaat door boete te betalen, zoals we nog steeds kennen in seculiere vorm, bijvoorbeeld bij verkeersovertredingen. Dit aflaatsysteem maakte woeker exclusief voor de kerk.
De
christelijke leer wat rente betreft, begon te veranderde rond het ontstaan van
de republiek. In het protestantse Nederland en ook Engeland kreeg de
leer van de kerkhervormer Johannes Calvijn veel invloed. Dit was niet
alleen theologisch gemotiveerd, maar ook economisch. Calvijn was een
voorstander van rente en onderbouwde dit theologisch door onderscheid te
maken tussen rente en woeker (volgens de moderne definitie van de woorden). Hierdoor haalde hij de geestelijke en
daarmee ook de morele barrière tegen rente weg en kregen de bankiers
vrij spel. Geleidelijk werd rente in de algemene christelijke opvattingen geaccepteerd als een natuurlijk toegestaan verdienmodel en werden de Bijbelteksten over rente uitgelegd als woeker in de huidige betekenis. Het verschil tussen rente en woeker volgens de huidige woordenboeken is misschien niet zo toevallig.
Hoewel het calvinisme beperkte rente ziet als geoorloofde risicovergoeding, is woeker moreel nog steeds uit den boze. Maar de eerste stap op een hellend pad naar uiteindelijk een woeker gedreven schuldeneconomie was gezet. Dit leidde in 2008 tot een schuldencrisis, welke tot aan de huidige stuiptrekkingen van ons financieel systeem nog steeds doorwoekerd. Ook heeft het tot de enorme ongelijkheid geleid, dat 1% van de wereldbevolking 48% van de rijkdom bezit. Zeer treffend in deze context is ook de
omschrijving van Mahatma Gandhi over hebzucht: "De aarde biedt genoeg om de behoeften
van ieder mens te bevredigen,
maar niet ieders hebzucht.”
Kortom het huidige systeem stort door hebzucht in elkaar en een omwenteling is bezig zich te voltrekken.
Gecoördineerd door het WEF (World Economic Forum) en de Verenigde Naties, tracht de gevestigde macht deze omwenteling in hun voordeel af te dwingen met agenda 2030. Deze agenda omvat de zogenaamde 'great reset', de SDG's (duurzame ontwikkelingsdoelen) en de 'one health' benadering. In het derde deel 'Bankiers als priesters', ga ik dieper in op het 'geloofssysteem' achter deze agenda en de rol van geld hierin.